In de 8ste eeuw ontwikkelde zich een klein agrarisch centrum aan de oevers van de Zenne. Villa aan de voorde, zo werd het genoemd, wat zoveel betekent als ‘villa aan de doorwaadplaats’.
Het kleine plaatsje groeide al snel uit en in de 14de eeuw wedijverde het met Brussel en Leuven om de belangrijkste stad van Brabant te worden. De handel en de lakennijverheid bloeiden, met de Zenne als steeds drukker wordende verkeersader. Door haar centrale ligging werd de stad ook een militair hoofdkwartier en een legerstandplaats. Tijdens de industriële revolutie groeide Vilvoorde opnieuw fors, voortgestuwd door het Zeekanaal Brussel-Schelde dat het transport van steenkool vergemakkelijkte. De oude industriegronden van weleer werden de jongste decennia stevig gesaneerd. De stad evolueert steeds meer naar een groene, innovatieve en duurzame plek aan het water, klaar voor de toekomst.
Luister naar de mooie, beschermde monumenten en industriële restanten. Ze vertellen verhalen over het rijke verleden van de stad.
Je vindt eeuwenoude hoeves en zelfs echte kastelen in Vilvoorde, maar de blikvangers zijn wel het indrukwekkende Tuchthuis - met het William Tyndale museum - en de basiliek Onze-Lieve-Vrouw van Troost. En ken je het Industrieel Straatmuseum al? Dat telt twaalf machines die werden bewerkt door jonge kunstenaars, als uniek relict van het industrieel verleden van Vilvoorde.